In augustus/september (2014) heb ik 23 dagen alleen door Indonesië gereisd en was dit de reis waar ik al een hele tijd van droomde. Toen ik weer voet op Nederlandse bodem zette, wist ik zeker dat dit niet mijn laatste bezoek aan Indonesië zou zijn. Het alleen reizen heeft mij goed gedaan: tot mezelf komen, ik heb behoorlijk wat dingen op een rijtje kunnen zetten en kunnen afsluiten. Ik heb een hoop nieuwe mensen ontmoet en mooie herinneringen gemaakt.
Na deze reis heb ik mezelf beloofd minstens één keer per jaar een grote, verre reis te willen maken (zolang dit natuurlijk wordt toegestaan door tijd en/of geld). Jezelf blijven verrijken en verdiepen. Uzma was ondertussen ook enthousiast over Indonesië geworden naar aanleiding van mijn verhalen en foto’s. We zijn sinds begin 2014 enorm naar elkaar toe getrokken, zijn gaan samen wonen en was het een kwestie van tijd dat we samen zouden gaan reizen. So, we dreamed, wished and we did! In november boekten we onze ticket om op 24 maart voor een maandje door Indonesië te gaan banjeren. Wat een voorrecht om weer te gaan reizen, maar nu samen met mijn babbel, ponky-ass, roomie en dinnie Uzzie. Jaja, de Uzzie-en-Mau-show gaat weer “on tour”!
24 maart: off we go, Indonesia baby!
Om 14:40 -de dag dat mijn zusjelief jarig is- vliegen we van Amsterdam Schiphol naar onze tussenstop Dubai. Als we op Schiphol aankomen, begint onze ADHD kick in te slaan, maar is het besef nog niet helemaal tot ons door gedrongen. We gaan naar Indonesië baby!
Op Dubai aangekomen, moeten we vier uurtjes wachten om onze reis voort te zetten naar eindbestemming Jakarta! Na 26 uur reizen komen we aan in ons hotel, net nabij het vliegveld. Helaas hebben we een taxirit van een uur omdat we de file hadden meegepakt. In het hotel worden we warm onthaald en hebben een prima hotelkamer. We frissen ons snel op om vervolgens in het hotel een hapje te eten: Indo-food onder begeleiding van een gezellig vierkoppige Indo-band. A good start! De eerste nacht is wat onstuimig: 26 uur reizen, een druk weekend en een laatste werkdag van 13 uur gaat je niet in de koude (in dit geval warme) kleren zitten. Jetlag, welkom terug!
26 maart: Yogyakarta!
De wekker gaat om 06:45, zodat we rond 07:30 kunnen ontbijten. Wederom weer met Javaanse lekkernijen. Makan makan!
Rond 08:15 gaan we met de gratis shuttle service naar vliegveld Soekarno Hato en doen we daar een bak koffie met Joris. Ik heb hem in de zomer van 2013 in Berlijn ontmoet toen ik met Sanne een roadtrip door Oost Europa maakte. Superleuk om elkaar dan twee jaar later te zien, maar dan in Jakarta! It’s a small world after all!
Om 10:35 vliegen we met AirAsia naar Yogyakarta (aka Yogya) en nemen we vanaf het vliegveld de openbare bus voor slechts 3600 Indonesische Rupiah (IDR) per persoon. We zitten in een bus vol locals en worden door iedereen vriendelijk begroet en/of aangestaard. Na zeven stops, een half uur later en 26 eurocent armer (ik durf het haast niet hardop te zeggen), arriveren we bij straat Maliboro. We komen er vrij snel achter dat we in de wijk van Prawirotaman moeten zijn en mogen we (gratis) de bushalte opstappen om alsnog een paar haltes verder te reizen. We vinden onze homestay Venezia in dezelfde buurt waar ik vorig jaar bivakkeerde. Nice! We boeken die avond meteen onze eerste trip om de tempels Borobudur en Prambanan te bekijken. Die dag maken we onze eerste tropische regenbui mee en is de stroom even een paar keer per dag uitgeschakeld. Bij Warung Heru smikkelen we weer heerlijk van Javaanse gerechten. Op tijd naar bed, want we moeten de volgende dag vroeg op.
27 maart: temple-run
Om 03:45 worden we opgehaald om de zonsopgang mee te maken met uitzicht op de Borobudur. Het zal mijn tweede bezoek worden aan deze prachtige tempel, maar kijk er naar uit dit nu samen met Uz te kunnen meemaken. We delen onze minibus met het Portugese stel Filipa en David. Met z’n vieren hebben we een supergezellige dag en sluiten we deze af met een lunch bij Warung Heru.
Dit keer waren er vooral toeristen uit eigen land die beide tempels bezochten en waren we een heuse attractie voor ze. We laten ons vertellen dat ze nog nooit Europeanen hebben gezien, dus zijn we de sjaak en willen ze steeds met ons op de foto. Er is ook een hele klas met jonge scholieren die de Engelse taal moeten leren en daarvoor dus met toeristen moeten oefenen. Ze vinden ons blijkbaar leuk en grappig (ja, de Uzzie-en-Mau-show treedt overal op 😉), dat ze voor ons liedjes zingen en wij met ze op de foto gaan.
De Prambanan tempel is wederom adembenemend om terug te zien. Ook hier worden we weer aangestaard en gefotografeerd. Het leven van een rock-star valt niet mee.
Rond 15u komen we terug in Yogya en zijn we gesloopt, meneer jetlag heeft ons al een paar dagen te grazen genomen! We besluiten dit keer gehoor te geven aan onze moeheid en slapen vier uurtjes bij. Lekkah!
In de avond gaan we naar K’Meals waar we hebben afgesproken met BengBeng: de lieve meneer die ik vorig jaar heb ontmoet. Helaas hadden we hem de dag ervoor niet op tijd gezien, waardoor we dus bij een andere lokaal bedrijfje onze trip hadden geboekt. Daarom spreken we met hem af de volgende dag met hem door Yogy per scooter te rijden en eten we die avond Nasi Gudeg (gerecht uit Yogya) bij het kraampje Mbok Sum en eten we als echte locals op de grond langs de weg.
Als we langs het Kraton paleis rijden, treffen we een groot veld aan omringd door hysterisch lichtgevende fietsauto’s waaruit muziek komt.
In het midden staan twee mooie grote bomen en hoor ik dat er een verhaal achter zit: vanaf de zijkant van het grasveld wordt je geblinddoekt en moet je proberen tussen de twee bomen door te lopen. Lukt dit, dan geeft dit geluk. Bijgeloof of een leuk spelletje, ik vind het een grappig feitje!
We doen bij café Lucifer een drankje, maar krijgen (helaas) te horen dat ze alleen bier als alcoholische drank verkopen. Uz en ik zetten er ons overheen en drinken een Bingtang biertje.
28 maart: rijden door Yogyakarta!
Om 09:30 zetten we de wekker en hebben we eindelijk redelijk geslapen. Na het ontbijt worden we rond 11u door BengBeng en een vriend van hem per scooter opgehaald en gaan we eerst naar de tattooshop van Heru om voor Uzma en mij wat ontwerpen te laten schetsen. Hij schetst eerst voor Uzma en daarna voor mij. Ik laat Heru zien hoe ik het ongeveer wil en ben meteen enthousiast over het onderwerp wat hij voor mij heeft gemaakt. Precies zoals ik het in mijn hoofd had, wauw! Ik besluit de tattoo daarom ook meteen te zetten en voor ik het weet zit ik weer in de stoel. Hij is erg professioneel en ben superblij met het eindresultaat!
In de tattooshop praten we met twee meiden, eentje komt net van de Karimunjawa eilanden af. We hadden dit al als tip gehad van Jaïro en Justin en zijn er nu helemaal zeker van dat we hier naartoe willen.
Na het tatoeëren boeken we een busreis bij DayTrans voor 13.000 IDR per persoon naar de haven van Jepara. Zo’n € 9,24 voor een busreis die vijf à zes zal duren, niet slecht. Vanaf Jepara zullen we de boot nemen naar Karimunjawa.
De dagelijkse tropische regenbui meldt zich weer rond 15u, dus nemen we een verlate lunch bij K’Meals en gaan we daarna terug naar onze homestay. Daar ontmoeten we Gaeton (aka G) en spreken we met hem af samen te eten en daarna een dansje in een grote discotheek genaamd Bushe in Yogya te gaan doen. Die avond regelt G een flesje whisky, want sterke drank kun je niet zomaar op Java in iedere winkel krijgen. De fles wordt zelfs bezorgd, wat een service! 🙂
We relaxen die avond met Charlie, Buster, Lewis, Emma en G. De eerste drie jongens zullen we misschien later in week weer treffen op Karimunjawa. Rond middernacht pakken we met G een taxi naar Bushe en regent het ondertussen enorm. We worden bij aankomst opgewacht met een paraplu, zodat we droog blijven en hebben vrouwen gratis entree. Da’s nog eens fijn binnen komen. Bushe is een grote discotheek waar veel Aziatische, locale mensen komen en zijn wij zowat de enige toeristen. Als we de zaal betreden zien we het barpersoneel een dansje doen, wat meer weg heeft van een slecht WMCA optreden. Het publiek is behoorlijk tam en wij besluiten als enige de dansvloer op te gaan. Blijkbaar was dit het startschot, want na nog geen minuut staat de hele dansvloer vol met mensen die uit hun dak gaan.
29 maart: reisdagje naar Jepara en Karimunjawa
Om 11:00 gaat de wekker omdat we nog naar Heru willen voor het ontwerp van Uzma’s tattoo. Helaas is hij niet aanwezig, dus gaan we naar BengBeng toe om afscheid van hem te nemen. We sluiten onze laatste avondmaal in Yogya af bij restaurant Mediterranea en rond 22u staat onze taxi klaar.
Omdat we een ritje hebben van slechts tien minuten moeten we een vast bedrag van 250.000 IDR betalen, wat verhoudingsgewijs veel te veel is. Note to self: altijd met een meter rijden, helemaal de kleine/korte stukjes. Aangekomen bij DayTrans checkt Uz nog even of we echt bij de haven van Jepara worden gedropt. Dit blijkt dus niet zo te zijn en voor 250.000 IDR (voor 4 km langer rijden) kunnen we daar wel worden afgezet. En dat te bedenken dat de busrit die 5 à 6 uur slechts 130.000 IDR kostte. Uiteindelijk blijkt dit niet het ergste te zijn, want de busrit is echt hel: de chauffeur denkt dat hij coureur is ofzo, want met 120 km per uur rijdt hij over slechte wegen waar je in Nederland waarschijnlijk maximaal 30 mag rijden. De rit zou dus 5 à 6 duren, maar met een tijd van 4 uur en 15 minuten, komen wij al om 03:15 op de haven van Jepara. Lang leve de reispilletjes tegen misselijkheid.
30 maart: Karimunjawa, we’re coming!
We zijn gesloopt. Tijdens de busrit hebben we Bobbi en zijn vrouw Seywu leren kennen. Hij komt uit Yogya en zij uit Korea. Tijdens haar reis heeft zij hem leren kennen voor de tattooshop van Heru. Nu verwachten ze hun eerste kindje, superleuk!
Om zeven uur in de ochtend gaat eindelijk het loket open en betaal je als toerist 250.000 IDR voor de boot (Express Bahari) en als local slechts 80.000 IDR. Tja, verschil moet er wezen. We vallen allebei meteen in slaap tijdens de boottocht en komen rond 11 uur aan op Karimunjawa. Wauw, wat is het hier mooi! Van Bobbi krijgen we een tip voor een leuk -en meteen het enige- restaurantje op het eiland. Bij restaurant Amore aangekomen horen we dat er op dit eiland alleen stroom is van zes uur ’s avonds tot zes uur ’s ochtends. Alleen bij het hoognodige gebruiken ze een generator. Tijdens het eten ontmoeten we Jojo, die een eigen homestay heeft en biedt tripjes (Dunia Bintang Tour and Travel Karimunjawa) aan. Zelf zit zijn homestay voorlopig vol, maar adviseert een andere aan en verwijst ons naar zijn homestay te gaan zodat zijn Nederlandse vriendin Laura ons meer informatie kan verschaffen over het eiland. Daar aangekomen verteld Laura over haar emigratie naar Indonesië en uiteraard over de trips die zij organiseren. Onze ogen vallen meteen op een dropping, hierover later meer. Inmiddels is Jojo ook weer bij de homestay en begeleidt ons naar onze andere homestay voor de aankomende twee dagen. Het is een echte back to basic homestay: douchen met een emmer en je behoeftes doen in een gat. Ook dit is het backpackersleven en heeft zo z’n charmes. Gelukkig heeft de kamer wel een ven, die dus alleen van zes tot zes aan kan. Haha! We spreken met Laura en Jojo af dat we ze later op de avond weer treffen omdat ze ergens gaan zitten en muziek gaan maken.
We besluiten een strandje te pakken en verder niet veel meer te doen. Onderweg komen we Bobbi en Saywu tegen en spreken voor het avondeten een tijd af. Wat een heerlijkheid: geen telefoons nodig, je komt elkaar gewoon vanzelf tegen en maakt dan een afspraak. Kort daarna ontmoeten we Ben uit Londen die ook de dag ervoor is aangekomen op het eiland en zich laat rondleiden door Ryan. Ryan is 20 en woont op het eiland, maar is één van de weinige inwoners die goed Engels spreekt. We vragen deze jongens ook te meeten op de foodmarket. We lopen door richting Nirwana Beach, wat nog een behoorlijk opgave is met dit benauwde weer. Maar hey! Niet klagen, want het zonnetje schijnt volle bak!
Nirwana Beach (aka Nirwana Laut) is een privé strandje waar je normaal gesproken een klein bedrag moet betalen om erop te komen als je niet op het resort verblijft. Het is laagseizoen en niemand staat bij het toegangspoortje, dus kunnen we doorlopen. Wowie, wat een prachtig en klein strandje! Het water is helder, het strand is wit en palmbomen all-over-the-place! Ik zeg het nog een keer: wowie, wat een prachtig strand!
De zon blijft schijnen, het water is warm en het gaat rond een uur of vier regenen. Een hele fijne combinatie! Vlak voor zonsondergang (half zes) gaan we terug naar onze homestay, frissen we ons op en gaan we naar de foodmarket voor het avondeten.
Daar treffen we iedereen: Bobbi, Saywu, Laura, Jojo, het Duitse stel, Ben en Ryan. Ondanks dat we vreemden van elkaar zijn, voelt het dorps en gezellig. Op de foodmarket verkopen ze voornamelijk verse vis en uiteraard Indonesisch eten. We nemen een rode snapper, garnalen en nasi goreng. Man, man, man, wat een zaligmakend gebeuren (ja Johan, echt zaligmakend lekkah!). De markt heeft wat weg van de foodmarket op Gili Trawangan (voor de kenners onder ons, hier is de grootte van de markt slechts een kwart).
Na het eten verkassen we samen met Ben en Ryan naar de homestay van Jojo om vanuit daar met een groepje per scooter naar een plek te gaan waar we met z’n allen kunnen zitten. We gaan in een restaurant van resort zitten die momenteel dicht is vanwege het laagseizoen. Er is een gitaar mee en met een lege watergallon wordt er muziek gemaakt en gezongen. Gezien we nog steeds op Java zijn, kun je niet makkelijk aan (sterke) drank komen omdat de bevolking overwegend moslim is. Jojo weet een kraampje wat nog open is en wat naast bier ook vodka verkoopt. Da’s ook meteen het enige wat ze aan alcohol verkopen op het eiland. We kopen wat drank en chippies en zitten tot een uur of één na. Als Uz en ik bij onze homestay aankomen, is de voordeur op slot en helpt een half uur op de deur en ramen kloppen ook niet. Van Jojo hebben we gelukkig zijn Wi-Fi code, dus kan Uzma een berichtje naar Ben sturen of we bij hem kunnen crashen. Gelukkig is hij nog wakker en komt hij ons op zijn schooter ophalen. De weg naar zijn hotel is een groot avontuur, zo met z’n drieën op een scooter heuvel op, heuvel af en met gaten in de weg. We besluiten hem daarom tot scooterboy Ben om te dopen. Het nummer skaterboy van Avril Lavigne popt op in mijn hoofd.
31 maart: Karimunjawa per scooter ontdekken
Vandaag zal Ryan ons drieën een aantal plekken op Karimunjawa laten zien per scooter. We beginnen op een uitkijkpunt over het eiland en gaan daarna naar de mangrovebossen genaamd Taman Nasional Karimunjawa.
Daarna zijn we naar een ander mooi strandje geweest genaamd Tanjung Gelam. Het strand doet mij een beetje aan die van Koh Phangan in Thailand denken, gezien er ook een palm half over de zee hangt. We eten wat, wachten op de zonsondergang en drinken daar onze eerste verse cocosnoot van de vakantie. Uzma en ik zijn trouwens blij dat we achterop de scooter zitten, want de gaten in de slechte wegen zijn niet bepaald klein.
Na de zonsondergang eten we weer op de foodmarket en doen we alvast inkopen voor de trip die we de aankomende twee dagen zullen doen. Ook proberen we onze vlucht van Semerang (Java) naar Denpasar (Bali) te boeken bij AirWings, maar lukt dit na verscheidene pogingen helaas niet. Het is inmiddels middernacht en normaliter zou je zoiets voor de volgende ochtend bewaren, maar gezien de stroom er rond zes uur in de ochtend weer af gaat, is dit geen optie.
1 april: Expeditie Robinson-taferelen.
Om half negen verzamelen we bij Jojo en zal ons avontuur beginnen: een dagje snorkelen, gevolgd door een dropping op een onbewoond eiland, daar een nachtje overleven en de dag erna zullen Ben en Uzma een duik nemen bij een Nederlands scheepswrak. Damn, ik moet echt mijn duikpapieren gaan halen! Ik wil ook!
Vandaag zal Febo onze reisleider zijn, we kennen hem van Jojo. Hij is ook één van de enige mensen op het eiland die goed Engels spreekt. Na wat snorkelen worden we gedropt bij ons eiland voor een nacht: Cemara Kecil. Jeempie, ook al zo’n mooi strand maar wel hier en daar vervuild door dagtoeristen.
Na de lunch zijn de meeste dagtoeristen van het eilandje af, is onze boot weg en moeten we het doen met ons tentje, twee matjes en eet/drankvoorraadje. We hebben een supergezellige avond en besluiten geen kampvuur te gaan maken (we hebben hout mee gekregen), omdat we alledrie behoorlijk verbrand zijn van het snorkelen eerder die dag. Ook is het enorm warm, dus laten we dat expeditie Robinson onderdeel, voor wat het is.
2 april: Wilsoooon!
We hebben redelijk geslapen ondanks de warmte en aan het einde van de ochtend hebben we dan eindelijk een lekker windje om af te koelen. Als het windje omgezet wordt in een fikse tropische regenbui en storm, maakt dit onze expeditie Robinson helemaal af. We besluiten -zoals in de film cast away– onze eigen Wilson te maken en hebben ondanks dat er nu niks te doen is, de grootste lol. Wat er ook gebeurd, altijd blijven lachen! 😉
Door de storm kunnen ze ons niet rond 12u per boot ophalen, maar zijn ze er een uurtje later. Ik besluit niet te gaan snorkelen in verband met mijn tattoo. Ben en Uz gaan 45 minuten duiken bij een Nederlands scheepswrak. We sluiten de trip af met zwemmen met haaien in een baai. Ook deze sla ik (helaas) af, want mijn tattoo is een beetje doorweekt van de dag ervoor. Onze laatste avondmaal sluiten we af bij restaurant Amor, Ryan zorgt voor de boottickets en Jojo regelt het busvervoer van Jepara naar Semarang. Door het geringe Wi-Fi bereik, lukt het ons helaas niet om in Seminyak een verblijf te boeken. Laura had tijdens onze dropping ook nog geprobeerd drie vliegtickets te boeken, maar ook haar lukt het niet. Rond 3u gaan we slapen, morgen weer een reisdagje voor de boeg. Spannend, want bijna niks is geboekt.
3 april: doorreizen naar Bali!
Na het ontbijt nemen we rond elf uur de boot naar Jepara en duurt de boottrip ongeveer twee uurtjes. Daar aangekomen is het drukte van jewelste, want in Indonesië is het nu vakantietijd. De haven staat vol jonge mensen die naar Karimunjawa gaan omdat daar een groot feest wordt gehouden. Rond half twee vinden we onze buschauffeur en worden we naar het kantoor van DayTrans gebracht. Deze man rijdt gelukkig normaal, alleen blijkt later dat we te vroeg hebben gejuicht. De rit van Jepara naar Semarang is nog heftiger dan die van Yogya naar Jepara, deze chauffeur houdt van living on the edge: afsnijden, inhalen in bochten en bumperkleven. Slapen in de minibus komt er dus niet van en weer zijn mijn reisziektepilletjes weer mijn beste maatjes.
In Semerang aangekomen merken we meteen het verschil qua drukte met Karimunjawa en Yogyakarta. Veel verkeer en hysterie alom! We laten ons eerst afzetten op het vliegveld, zodat we daar ter plekken onze vliegtickets kunnen boeken en afrekenen. Een meevaller: de vliegtickets op de luchthaven zijn net zo duur als op internet. We vliegen met AirWings, onderdeel van LionAir en merken dat zij ietsje (rond de 20 euro) duurder zijn dan AirAsia. We zijn nu rond de 52 euro kwijt voor een twee uur durende vliegreis van Java naar Bali. Nog steeds niets te klagen dus. 😉 Op het vliegveld is er wederom gratis Wi-Fi en boek ik daar onze overnachting in Semarang.
We hebben een redelijke internetverbinding, dus hebben we eindelijk de tijd om foto’s te uploaden. Rond vier uur ’s nachts nemen we de taxi naar de luchthaven, want om zes uur vliegen we naar Bali. We trakteren onszelf op een lekker bak koffie bij Starbucks (want die hebben ze hier!:)) en staan te trappelen op ons volgende avontuur.
Bali, we on our way!